Kampverslag tweede kamp 2014

Het begon al goed met de berichten die van het eerste kamp kwamen: regen, riviertjes door tenten en modderpoelen waar je tot je enkels in wegzakte. Maar, de vooruitzichten voor de volgende week waren beter!

En inderdaad op tussenkamp was het stralend weer, de modderpoelen droogden op en we waren vol goede moed. Om elf uur (o help, nu al?!) kwam de bus aan en begon het grote gesleep van bagage. Die moest over het héle terrein heen vanaf de grote parkeerplaats naar de velden waar we zaten, Westhoek en Hoek van Ruys, wat de stemming er al goed in bracht (“is het nog ver?”, “Zijn we er nou nóg niet?”, “Ik ben moe, juf!”)

Meteen kwam het verzoek vanaf de docenten of die middag ‘zwemmen’ in het programma ingepast kon worden, want de voorspelling was dat deze maandag de enige zonnige dag van de week zou zijn. Hoewel het bijdroeg aan de algemene chaos die al heerste op dat moment, waren we natuurlijk bereid om daarvoor het programma om te gooien, want als die kinderen érgens om smeken is het wel zwemmen! Na het tent-inrichten en de lunch barstten ze dan ook in luid gejuich uit bij het horen van het programma van die middag.

Als programmaleiding waren Scott en ik allang blij dat de kinderen zich een uur of anderhalf konden vermaken daar in het water, zodat de laatste voorbereidingen voor de rest van het programma getroffen konden worden. 

Na het zwemmen zijn we een wandeling langs de hertenkamp gaan maken, waarna de kinderen van Jacob stoeiles kregen, wat een groot succes was! Op verzoek van de docenten kregen ze daarna even tijd om bij hun tentje te spelen en wat bij te komen van de nu al vermoeiende dag. En we waren nog lang niet klaar. Er was op gehamerd dat het programma tot laat door moest gaan, dus dóór gingen we!

’s Avonds hebben we traditiegetrouw het smokkelspel gespeeld en daarna een spooktocht gelopen. Met glowsticks was er een route door het bos uitgezet en langs de route zaten een paar mensen verstopt om de kinderen te laten schrikken...we hebben ALLE kinderen aan het gillen gekregen. Maar nee, ze waren écht niet bang geweest hoor! Moest dít nou eng zijn?  

Ze gingen lopen in twee groepen en de tweede groep, die even moest wachten, kreeg zelfs nog een spookverhaal te horen! Dit was al te veel voor sommige kinderen, die maar vast naar bed gebracht werden. Daarnaast was er, je houdt het niet voor mogelijk, een tweede glowsticktocht uitgezet door een andere groep in hetzelfde stuk bos! Hierdoor waren onze groepen ook nog eens verkeerd gelopen en de weg kwijt geraakt. Kortom, een geweldige spooktocht (vooral voor de leiding). Uiteindelijk is gelukkig iedereen weer heel thuis gekomen en hebben we nog rustig een bekertje chocolademelk bij het kampvuur kunnen drinken voor het slapen gaan.

En toen begon de regen.

Het regende toen we wakker werden en de hele dag ging het door. Het veld veranderde in no-time in één groot moeras en de nét opgedroogde modderpoelen werden in hun vroegere blubberige glorie hersteld. Zelfs in de truus, die op een lager gelegen deel van het veld lag, zakte je tot over je voeten weg. Het was zó erg dat de leiding het niet zag zitten om de hele tocht naar de uitkijktoren te lopen, die eigenlijk op het programma stond. Of er niet ‘gewoon’ een klein stúkje van de route gelopen kon worden? Dit zorgde bij de programmaleiding voor lichte paniek, want hoe gingen we dat nou weer regelen? Met de hulp van Jacob, die de vorige week ook meegelopen had, werd er gelukkig een oplossing gevonden en de afspraak met de huifkar kon ook aangepast worden, zodat de kinderen alsnog op pad konden. 

Echter, nu restte nog de rest van het programma. Dat is er nou eenmaal op gebouwd dat je buiten kan spelen. Er was geen vooruitzicht op beter weer tot donderdag, sterker nog: er werd bovenop regen ook nog onweer verwacht, en nu al zaten ongeveer alle kleren van de kinderen onder de modder gesmeerd en stroomde het water de kindertenten binnen. Toen is het besluit genomen: we gaan naar huis.

Het was niet leuk. De regen niet, de modder niet, naar huis gaan niet, maar de beslissing was toch op dat laatste gevallen. Hoewel iedereen blij was met het vooruitzicht van de nattigheid af te zijn, zagen we toch heel veel sippe gezichten. Om zeven uur kwam de bus voorrijden en hebben we de kinderen twee dagen te vroeg uit mogen zwaaien.

Het waren maar twee dagen kamp geweest, maar slopend genoeg voor een heel kamp. En ook nat genoeg. In ieder geval hebben we genoten van de eerste dag en we hopen maar gewoon op meer geluk voor volgend jaar!

Door Myrthe Bosch